Zoeken
Jesaja 23,15 - Op die dag raakt Tyrus in vergetelheid, zeventig jaar lang, de levensduur van een koning. Na verloop van die zeventig jaar vergaat het Tyrus als de hoer uit het liedje:
Jesaja 23,17 - Na verloop van zeventig jaar zal Jahwe zich weer met Tyrus inlaten. Dan zal hij opnieuw haar hoerenloon verdienen en zich afgeven met alle koninkrijken op heel de aarde.
Jeremia 25,12 - Maar na die zeventig jaar zal Ik de koning van Babel en zijn volk hun misdaden vergelden - godsspraak van Jahwe -. Het land van de Chaldeeën maak Ik voor altijd tot een woestijn.
Jeremia 25,11 - Het hele land wordt een verschrikkelijke puinhoop. De volken zullen de koning van Babel dienstbaar zijn, zeventig jaar.
Genesis 5,12 - Toen Kenan zeventig jaar was, verwekte hij Mahalalel.
Zacharias 1,12 - Toen nam de engel van Jahwe het woord en zei: 'Jahwe van de machten, hoe lang duurt het nog tot Gij U ontfermt over Jeruzalem en de steden van Juda, waarop Gij nu al zeventig jaar lang vertoornd zijt?'
Jeremia 25,3 - Vanaf het dertiende jaar dat Josia, zoon van Amon, koning van Juda was, tot op deze dag, drie en twintig jaar lang, is het woord van Jahwe tot mij gekomen. Onophoudelijk heb ik tot u gesproken, maar ge hebt niet geluisterd.
2 Koningen 18,10 - Na verloop van drie jaar namen ze de stad in. In het zesde regeringsjaar van Hizkia - dat is het negende regeringsjaar van koning Hosea van Israël - werd Samaria ingenomen.
Psalmen 90,10 - De dagen van onze jaren omvatten zeventig jaren, voor de krachtigsten tachtig jaren; hun trots werd moeite en leed: hoe snel voorbij zijn wij - een wiekslag!
2 Kronieken 36,21 - Zo ging het woord dat Jahwe door Jeremia gesproken had in vervulling: 'Het land zal zijn sabbatjaren vergoed krijgen!' Het land bleef al die tijd braak liggen en rustte uit, zeventig volle jaren lang.
1 Koningen 9,10 - Na verloop van de twintig jaren waarin Salomo de twee gebouwen, de tempel van Jahwe en het koninklijk paleis, had opgetrokken,
Genesis 11,26 - Toen Terach zeventig jaar was, verwekte hij Abram, Nachor en Haran.
2 Samuel 15,7 - Na verloop van vier jaren zei Absalom tot de koning: `Ik wil graag naar Hebron gaan om een gelofte te volbrengen die ik aan Jahwe daar gedaan heb.
Daniël 11,13 - De koning van het Noorden zal opnieuw een leger uitrusten, groter dan het eerste, en na verloop van enige jaren met een machtig leger en een geweldige tros tegen hem optrekken.
Leviticus 25,8 - Na verloop van zeven sabbatjaren, zevenmaal zeven jaar, tezamen negenenveertig jaar,
Ezechiël 38,8 - Na lange tijd, na verloop van jaren, zul je geroepen worden om tegen een land op te trekken dat zich van de oorlog hersteld heeft, tegen een volk dat uit vele landen weer bijeen is gebracht en nu ongestoord woont op de bergen van Israël, die voorgoed een wildernis schenen.
Nehemia 5,14 - Vanaf de dag dat ik aangesteld werd als stadhouder over het land Juda, van het twintigste tot het tweeëndertigste regeringsjaar van koning Artachsasta, twaalf jaar lang, hebben ik en mijn broeders de toelage niet willen aannemen waar een stadhouder recht op heeft.
1 Koningen 2,39 - Maar na verloop van drie jaren liepen twee slaven van Simi weg naar Akis, de zoon van Maaka, de koning van Gat. Toen Simi bericht kreeg dat zijn slaven zich te Gat bevonden,
2 Kronieken 8,1 - Toen Salomo na verloop van twintig jaar de tempel van Jahwe en zijn paleis voltooid had,
Handelingen van de Apostelen 7,30 - Na verloop van veertig jaar verscheen hem in de woestijn van het Sinaïgebergte een engel in de vuurgloed van een brandende doornstruik.
Rechters 12,14 - Hij had veertig zonen en dertig kleinzonen, die zeventig ezelshengsten bereden. Acht jaar was hij rechter over Israël.
Daniël 9,2 - in zijn eerste regeringsjaar viel bij het lezen van de Boeken mijn aandacht op het getal van zeventig jaren, de tijd dat naar het woord van Jahwe aan de profeet Jeremia, Jeruzalem in puin zou liggen.
2 Makkabeeën 1,20 - Na verloop van vele jaren behaagde het God dat Nehemia, die door de koning van Perzie naar Judea was gezonden, de nakomelingen van de priesters naar het vuur liet zoeken. Maar zij kwamen met de mededeling dat ze geen vuur, maar drabbig water hadden gevonden. Daarop beval hij hun er wat van te halen.
2 Samuel 5,4 - David was dertig jaar toen hij koning werd en hij regeerde veertig jaar lang.
Leviticus 25,30 - Is het huis in de ommuurde stad na verloop van een jaar niet teruggekocht, dan blijft het voor altijd eigendom van de koper. Het recht van terugkoop is vervallen; ook in het jobeljaar komt het niet vrij.
Galaten 2,1 - Daarna, na verloop van veertien jaar, ben ik weer naar Jeruzalem gegaan, samen met Barnabas, en ik nam ook Titus mee.
Jeremia 29,10 - Want dit zegt Jahwe: Eerst nadat de zeventig jaar van Babel voorbij zijn, trek Ik mij uw lot weer aan; Ik vervul de belofte die Ik u deed en breng u terug naar deze plaats.
Zacharias 7,5 - Zeg aan de gehele bevolking van het land en de priesters: 'Wanneer gij in de vijfde en de zevende maand nu al zeventig jaar hebt gevast en geklaagd, hebt gij dat dan op mijn gezag gedaan?
Handelingen van de Apostelen 21,7 - Na Tyrus legden wij het laatste stuk van onze zeereis af en liepen Ptolemaïs binnen. Wij gingen daar de broeders begroeten en bleven een dag bij hen.
1 Koningen 7,13 - Nu ontbood koning Salomo een zekere Chiram, uit Tyrus.
Daniël 11,6 - Na verloop van jaren zullen ze een verbond sluiten en de dochter van de koning van het Zuiden zal naar de koning van het Noorden gaan om de vrede te bevestigen. Maar zij zal haar invloed niet behouden. Daar ook zijn gezag geen stand houdt, wordt zij omgebracht: ook degenen die haar naar het Noorden gebracht hebben, haar vader en haar gemaal, komen in die tijd om het leven.
1 Koningen 9,12 - Maar toen Chiram uit Tyrus kwam om de steden die Salomo hem geschonken had te bezichtigen, bevielen ze hem niet
Genesis 5,5 - Heel de levensduur van Adam bedroeg negenhonderddertig jaar. Toen stierf hij.
Genesis 5,8 - Heel de levensduur van Set bedroeg negenhonderdtwaalf jaar. Toen stierf hij.
Genesis 5,11 - Heel de levensduur van Enos bedroeg negenhonderdvijf jaar. Toen stierf hij.
Genesis 5,14 - Heel de levensduur van Kenan bedroeg negenhonderdtien jaar. Toen stierf hij.
Genesis 5,17 - Heel de levensduur van Mahalalel bedroeg achthonderdvijfennegentig jaar. Toen stierf hij.
Genesis 5,20 - Heel de levensduur van Jered bedroeg negenhonderdtweeënzestig jaar. Toen stierf hij.
Genesis 5,23 - Heel de levensduur van Henoch bedroeg driehonderdvijfenzestig jaar.
Genesis 5,27 - Heel de levensduur van Metuselach bedroeg negenhonderdnegenenzestig jaar. Toen stierf hij.
Genesis 5,31 - Heel de levensduur van Lamech bedroeg zevenhonderdzevenenzeventig jaar. Toen stierf hij.
Genesis 9,29 - Heel de levensduur van Noach bedroeg negenhonderdvijftig jaar. Toen stierf hij.
Evangelie volgens Matteüs 11,21 - “Wee u, Chórazin; wee u, Betsaïda! Tyrus en Sidon zouden reeds lang, in zak en as, zich bekeerd hebben, indien bij hen de wonderen waren gebeurd, die bij u hebben plaatsgevonden.
2 Makkabeeën 4,18 - Toen in Tyrus de vijfjaarlijkse spelen in tegenwoordigheid van de koning werden gehouden,
2 Makkabeeën 4,44 - De koning kwam naar Tyrus en drie afgevaardigden van de raad der oudsten bepleitten hun zaak.
Jeremia 25,22 - de koningen van Tyrus, van Sidon, van de overzeese gebieden;
Evangelie volgens Matteüs 9,20 - Plotseling naderde Hem van achteren een vrouw die al twaalf jaar lang aan vloeiingen leed, en raakte de zoom van zijn mantel aan.
2 Kronieken 21,19 - Na verloop van tijd, toen twee jaar verstreken waren, kwamen tengevolge van zijn ziekte zijn ingewanden naar buiten, en stierf hij onder de afschuwelijkste pijnen. Zijn onderdanen lieten voor hem geen dodenvuur branden zoals voor zijn voorvaderen.
Handelingen van de Apostelen 24,27 - Na verloop van twee jaar werd Felix door Porcius Festus opgevolgd. Omdat hij zich van de dankbaarheid van de Joden wilde verzekeren, liet Felix Paulus in gevangenschap achter.
Handelingen van de Apostelen 12,20 - Herodes was zeer verbitterd op de inwoners van Tyrus en Sidon. Dezen kwamen gezamenlijk naar hem toe, wisten Blastus, de kamerheer van de koning, op hun hand te krijgen en vroegen om vrede. Hun gebied was namelijk voor de voedselvoorziening afhankelijk van dat van de koning.